Saturday, May 08, 2010

Als je wilt weten hoe het nu echt zit met Griekenland

...dan zou je dit artkel eigenlijk moeten lezen.

Dit plaatje klopt mijns inziens heel goed. En als je het boek The Shock Doctrine van Naomi Klein ernaast leest, snap je wel wat hier aan de hand is. Let maar op, als met de reeds ingeslagen weg wordt doorgegaan, wordt sociaal Europa tegen een rap tempo afgebroken.

Dit is geen complotdenken, dit is gewoon een natuurlijke consequentie van een neoliberaal economisch denkwijze dat ingebakken zit in de hele Brusselse wet- en regelgeving. Het begint bij Griekenland maar denk toch niet dat wij hier buiten schot blijven.

Ze zitten in een gat waar ze gewoon niet uit zullen komen. En wij samen met hun... ik was een grote voorstander van de Euro toen het werd ingevoerd. Geen omrekenen meer van lire naar drachme naar gulden.... hemels!!! Maar ik had niet door wat de consequenties zouden zijn voor de verschillende landen. Hierin hebben onze regeringen gefaald want zij wisten het wel. Ze hebben hun eigen electoraat niet goed ingelicht, ze hebben allemaal gekozen voor een verrijking van banken en bedrijven boven het welzijn van hun bevolking. Ik ben geen econoom, ik ben een simpele burger - maar ik begin het nu wel te snappen. De voordelen van één munt wegen voor mij niet op tegen de verliezen die wij op sociaal vlak lijden, en die nog zullen komen. Het wordt een enorme verarming van ons samenleving.

Een paar citaten uit het artikel:

De Euro werd niet enkel ingevoerd om een Europese eenheidsmarkt mogelijk te maken, maar ook en vooral om de internationale (imperialistische) concurrentie aan te gaan met de VS en de Amerikaanse dollar. De bedoeling was om van de euro een mondiale munt te maken. Om dit mogelijk te maken, moest de euro een sterke en stabiele munt worden. Dat veronderstelt dat een heel stringent neoliberaal fiscaal en monetair beleid zou worden gevoerd, maar ook dat de landen uit de Europese periferie die zouden toetreden tot de euro dat zouden doen aan een relatief hoge wisselkoers. Dat was vooral een Duitse eis. Op die manier wilde men inflatie vermijden, want die zou de concurrentiepositie van de euro ten opzichte van de dollar immers hebben verzwakt. Doordat landen uit de Europese periferie aan hoge wisselkoersen in de Euro stapten, werd hun concurrentiepositie op de euromarkt uiteraard diepgaand aangetast.

De realisatie van de Europese eenheidsmarkt had als gevolg dat de concurrentie tussen de lidstaten enkel zou toenemen. Daarenboven heeft de invoering van de euro een bijkomend effect. De euro zorgde ervoor dat eurolanden hun competitiviteit enkel nog zouden kunnen versterken door de lonen te matigen en aan de arbeidsvoorwaarden (flexibiliteit, sociale zekerheid enzovoort) te morrelen, of door ‘de efficiëntie van de overheid’ te verbeteren (lees: te privatiseren, marktmechanismen in te voeren in de openbare sector enzovoort). Men kon niet meer competitiever worden via monetair of fiscaal beleid, want op die terreinen werd Europa bevoegd of legde Europa een keurslijf rond het nationale beleid.

De euro zou dan ook een enorme druk zetten op de klassenverhoudingen binnen de lidstaten. Het gevolg kennen we: in heel Europa werd een politiek van loonmatiging gevoerd ‘in naam van de concurrentie’. Het aandeel van de lonen in het nationaal inkomen daalde in de hele eurozone, maar in de ene lidstaat al meer dan in de andere. Een belangrijke vaststelling die hierbij gemaakt moet worden, zo stellen de onderzoekers van RMF, is dat Duitsland deze ratrace overtuigend heeft gewonnen. Onder meer met dank aan de sociaaldemocratische SPD, die met de beruchte Hartz plannen de lonen heel fel onder druk zette. Nergens in Europa werd met zoveel succes een loonmatigingspolitiek gevoerd.

Door die loonmatigingen en door zijn omvang werd de Duitse economie overtuigend competitiever dan die van veel andere eurolanden. Tussen 2000 en 2007 daalden de nominale arbeidskosten per eenheid product in Duitsland met 0,2% per jaar, terwijl ze stegen met 2% in Frankrijk, 2,3% in Groot-Brittannië, tussen 3,2 en 3,7% in Italië, Spanje, Ierland en Griekenland, vaak ook als gevolg van inflatie.

--------------------------------------------------------------

De Duitse export is groter dan de import, waardoor buitenlands geld Duitsland binnenstroomt, dat vervolgens terug naar de periferie vloeit via kapitaalexport (onder de vorm van directe investeringen en bankleningen). Op die manier krijgen we een typische verhouding van afhankelijkheid tussen het Europese centrum en de periferie: door ongelijke handelsverhoudingen stroomt geld van de periferie naar het centrum, waarna het centrum het opgepotte kapitaal kan inzetten om zijn greep op de economieën van de periferie te versterken.[iv] Het moet daarbij opgemerkt worden dat de Duitse positie geen model kan zijn voor andere landen, aangezien ze per definitie niet veralgemeenbaar is. De lonen drukken om de export te verhogen is iets wat onvermijdelijk winnaars en verliezers oplevert.

De landen uit de Europese periferie worden op die manier voor een stuk importmarkten voor goederen uit de kernlanden, zonder dat de EU hen een reëel perspectief biedt om hun achterstand op te halen. De zogenaamde structuurfondsen zijn een doekje voor het bloeden als er geen politiek wordt gevoerd om de onderliggende, structureel ongelijke verhoudingen weg te werken. Het gevolg is dat de landen uit de periferie grote tekorten kregen op hun handelsbalans, en ze hun groei voor een stuk realiseerden via toenemende (private en/of publieke) schulden (Griekenland en Portugal) of immobiliënspeculatie (Spanje en Ierland).

--------------------------------------------------------------

De Europese Centrale Bank (ECB) intervenieerde bijvoorbeeld massaal om de banken te redden in 2007-2009. Zij konden met hulp van het geld van de ECB hun balansen schoonmaken, terwijl ze tegelijk zelf minder leningen gaven aan bedrijven, en hierdoor de economische crisis verder versterkten. Tijdens de Griekse crisis blijft de ECB echter afzijdig. Dat is geen toeval: de Europese verdragen verbieden de ECB om publieke schuld op te kopen. Het is het neoliberalisme ten top. De ECB redt de private banken, en staat toe te kijken hoe de banken en speculanten vervolgens de publieke financiën ondermijnen.

De toestand is niet minder dan wraakroepend: overheden waren overal tussengekomen om de crisis van het financiële systeem te lijf te gaan, en moesten daarvoor zelf schulden maken, precies op het slechtste moment om nieuwe leningen aan te gaan. Banken waren erg terughoudend om geld te lenen, intrestvoeten gingen de lucht in, met de bekende gevolgen voor de overheidsbegrotingen. De banken waren door de overheden gered, en kunnen vervolgens die overheden zelf droog leggen of nog eens extra uitmelken. Ze kunnen bij de Europese Centrale Bank lenen aan 1 % om vervolgens leningen te verschaffen aan staten aan veel hogere rentevoeten.

--------------------------------------------------------------

De som die Griekenland nu ontving, is voldoende om het land twee jaar onafhankelijk te maken van de financiële markten. Maar daarmee is fundamenteel niets opgelost.

Het hulpplan is dan ook vooral een poging om tijd te kopen en te verhinderen dat andere landen meegesleurd worden in de maalstroom. Vooral Portugal en Spanje zijn kwetsbaar, omdat veel van hun schulden ook in buitenlandse handen zijn.


We hebben nu dus, zoals ik het begrijp, twee opties: of we doen mee aan een massale herverdeling van geld (eenrichtingverkeer naar boven), of we kappen ermee.

Van mij mogen we de Euro opheffen. Het is mooi geweest.

No comments: